top of page
  • Foto van schrijverRinke Huisman

Er zit een luchtje aan burgerschapsvorming


‘Mijn interesse naar burgerschapsvorming komt voort uit een gemis. Ik ben van mening dat we in ons onderwijs nog (te) veel de nadruk leggen op het product en de kennisoverdracht.’ Rinke Huisman luisterde naar het debat over burgerschapsvorming in De Balie op woensdag 15 juni, wat het einde markeerde van een tour langs tien middelbare scholen die hierover met elkaar in gesprek waren geweest.


Burgerschapsvorming. Er zit een luchtje aan deze term, zo schrijft ook Jasper Rijpma in zijn blog. Reden te meer om een debat te organiseren in De Balie. Op 16 mei was de première van de documentarire ‘Maatschappijleer’, waarin startende docent Daan Faasen wordt gevolgd. Een maand lang heeft de film getoerd langs tien VO scholen om in kaart te brengen wat zij aan burgerschapsvorming doen. Woensdag 15 juni was het slotdebat in De Balie in Amsterdam om de opbrengsten te bespreken, maar vooral ook om het gesprek gaande te houden.

Gemis

Mijn interesse naar burgerschapsvorming komt voort uit een gemis. Ik ben van mening dat we in ons onderwijs nog (te) veel de nadruk leggen op het product en de kennisoverdracht. Terwijl er zoveel meer te halen valt door te kijken naar het proces en de zogenoemde vaardigheden. We moeten kinderen leren kritisch en creatief te denken, werken aan hun probleemoplossend vermogen. In een persoonlijke zoektocht heb ik mijn antwoord hierop gevonden in de Habits of Mind. Met zo’n zoektocht zijn veel leerkrachten op dit moment bezig. Eén van de terugkerende vragen deze avond in de balie:

Wat verstaan we onder burgerschap?


Een moeilijk te vatten begrip

Ter inleiding gaf docent Simon van één van de deelnemende scholen ons een korte samenvatting over de gesprekken die gevoerd zijn met de tien VO scholen. Burgerschap blijkt een moeilijk te vatten begrip. Sommige scholen hebben daar veel ideeën bij, andere zitten met de handen in het haar. Een gemeenschappelijke gedachte was:

Waarom hebben we het niet veel vaker over burgerschap?

De scholen zijn ook kritisch. Ze zijn in de veronderstelling dat de overheid meetbaarheid van hen verwacht, maar ze weigeren het te zien als een afvinklijst. [Lees: een innerlijke hoera van mijn kant!] Het debat van de avond ging van start met een panelgesprek met staatssecretaris van onderwijs Sander Dekker, Jasper Rijpma (VO-docent op het Hyperion én oud-Leraar van het Jaar) en Bram Eidhof (promovendus UvA). De staatssecretaris gaf duidelijk aan dat we sinds de invoering van de burgerschapstaak in het onderwijs in 2006 nog steeds te weinig doen. ‘Wat mij betreft beginnen we hier vanavond aan,’ stelde hij. ‘De geestelijke bewapening van kinderen is nodig, omdat dit niet altijd vanuit huis gedaan kan worden’. Hij krijgt bijval van Bram Eidhof: ‘De goede wil is er, maar burgerschap mist nog definitie, prioriteit en budget. Dat zijn randvoorwaarden en als die niet gefaciliteerd worden zie ik de stagnatie nog niet voorbijgaan.’ Dat er nog definitie mist bleek wel uit het antwoord van Sander Dekker op de vraag: In eigen woorden, wat is burgerschap voor jou? ‘Ik denk dat burgerschap betekent dat je weet wat het is om in een gemeenschap, een samenleving een goede bijdrage te leveren. En wat dat vraagt om erbij te horen, hoe ga je met elkaar om. En dat het ook een vaardigheid vraagt…’ En zo gaat het nog even door. Een hele mond vol en ik ben zelf het spoor al bijster. Dit toont ook aan waarom het zo moeilijk is om burgerschap invulling te geven, laat staan dat we het allemaal eens zijn over wat daar dan precies onder valt. Het debat dwaalde af richting discriminatie en ongelijke kansen. Blijkbaar een pijnpunt waarvan mensen de behoefte voelen om die te delen. De staatssecretaris stelde terecht ter discussie of deze thema’s ook op het bordje van onderwijs moeten vallen. Een welkome vraag uit het publiek kwam van Chantal Deken van Stichting Discussiëren kan je leren: ‘Is burgerschap voornamelijk kennis, is het een vaardigheid, is het een attitude of is het een gevoel?’ Hieruit blijkt ook dat die definiëring niet echt van de grond komt, het is een grijs gebied. De vraag roept zich bij mij op: als het om een attitude en een gevoel gaat, hoe meetbaar kan je het dan maken? En moet je dat wel willen?


Ben ik eigenlijk een goede burger? Er is misschien geen statisch antwoord te geven op die vraag. Wel is het interessant om deze aan jezelf, collega’s of kinderen te stellen. Bram Eidhof heeft in zijn proefschrift onderzocht wat goed burgerschap is en wat werkt in de school. In de discussie over burgerschap ziet hij terug dat men het spannend vindt daar normatief in te zijn. Zo voelen docenten zich onvoorbereid om gesprekken te voeren in de klas over maatschappelijk controversiële onderwerpen. Maar hij steekt ons een hart onder de riem: ‘We moeten niet blijven hangen in de discussie, want er is wel degelijk een consensus.’ Zijn advies is om deze consensusdoelen te combineren met schoolspecifieke doelen. Toch schuilt er zelfs in de consensusdoelen tegenstrijdigheid. Zolang we het maar met elkaar eens zijn hoor je niemand klagen. Maar als iemand de grens opzoekt, bijvoorbeeld in zijn vrijheid van meningsuiting, vinden we het maar wat lastig om daarmee om te gaan. Iets waar je je als leerkracht heel onzeker over kan voelen.


Burgerschap concreet gemaakt

Voor het tweede gedeelte van de avond gingen de bezoekers in gesprek over de volgende vraag: ‘Wat zijn concrete handelsperspectieven voor burgerschapsvorming op school?’ Ik zat zelf niet aan tafel, maar Lisa Hu, die ik in mijn zoektocht naar burgerschapsvorming heb ontmoet, wel. Lisa is afgestudeerd aan de Design Academy Eindhoven en heeft burgerschap concreet weten te maken met het spel en discussietool Terra Nova. Ze vindt in deze avond veel herkenning, ‘het is goed dat er over gesproken wordt, dat we op zoek gaan naar een gemeenschappelijk definitie’, zo vertelt ze mij. De ideeën uit de rondetafelgesprekken, de één concreter dan de ander, zijn zeker de moeite waard om te onderzoeken:

  • Inventariseer samen wat er eigenlijk al gedaan wordt aan burgerschap.

  • Begin iedere dag met een (kring)gesprek over de actualiteiten. Of vraag: wat speelt er in jouw leven?

  • De praktijk is veel krachtiger dan het klaslokaal, ga ontmoeten! Ga voor georganiseerd ongemak. Organiseer schooluitwisselingen (Hyperion Lyceum geeft hier een mooie invulling aan).

  • Burgerschap is niet te vangen in één project, het moet dagelijks en schoolbreed terugkeren.

  • Werk op drie niveaus aan burgerschap: schoolleiding, de docenten en de leerlingen.

Er waren veel geluiden over ‘we moeten het samen doen, het gaat om inleven, de ander leren kennen’, maar ook ‘ken uzelf’. Bij het geopperde ‘we zijn gewoon mét elkaar, niet tegen de ander’ plaatst Lisa wel een kanttekening ‘Dat klinkt heel harmonieus, maar uit Brams proefschrift blijkt dat hecht met elkaar zijn ook altijd betekent dat er een groep is waar je tegen bent,’ aldus Lisa. Kortom, over dit thema zijn we nog niet uitgepraat. Daarom tot slot een concrete vraag van mij en Lisa aan u: Waar loopt u tegenaan bij burgerschapsonderwijs? Wat zijn de knelpunten? Laten we het gesprek vooral op gang houden! Reageren kan onder dit bericht of via rinke@terra-nova.nl of lisa@terra-nova.nl We hopen van u te horen en zo samen de spruitjeslucht rondom burgerschapsonderwijs te verdrijven!



Foto Terra Nova: Mischa Haller Dit artikel is verschenen op www.hetkind.org (nu het Nivoz) op 27 juni 2016


1 weergave0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
Post: Blog2_Post
bottom of page