Het creëren van een leercultuur, of het nou binnen een team, een organisatie of een individu is, fascineert mij enorm. Er zijn heel veel factoren die meespelen en waar je rekening mee moet houden. Maar dat vind ik juist leuk, dat maakt elke leerreis weer avontuurlijk en uniek.
Ik begin met aftasten van de beginsituatie
Als er een verzoek binnenkomt begin ik eerst met het in beeld krijgen van alle betrokkenen. Vaak is het zo dat de opdracht van een managementteam komt en voor mij is de vraag dan altijd of de medewerkers dit idee dragen. Het is daarom belangrijk om middels intakegesprekken, een enquête of observaties af te tasten hoe de beginsituatie is. Heeft men vaker dit soort trajecten gedaan? Welke cultuur of werksfeer heerst er? Hoe zijn de onderlinge verhoudingen? En niet onbelangrijk, raakt het verzoek direct de kern, of speelt er een onderliggende wens?
Met oogkleppen op je zin doordrijven heeft geen zin
De mate van succes van een traject is sterk afhankelijk van de welwillendheid van alle deelnemers. Het heeft dan geen zin om met oogkleppen op je zin door te drijven. Als jij echt denkt dat dit nodig is, moet je dat de anderen laten ervaren. Waarderend leren is zo’n principe dat ik dan vaak gebruik. We onderzoeken met elkaar wat goed werkt, waar we vertrouwen en plezier in hebben. Dit kan zowel in bestaande als nieuwe concepten zijn. Het vertrouwen groeit niet alleen in de concepten die we bekijken, ook de intentie en het groepsproces van het traject worden positief versterkt. Ik vind het belangrijk dat de deelnemers voelen dat hun input ertoe doet, dat ze gehoord worden en mede-eigenaar zijn van het proces.
Er is altijd nog iets te leren
Het managementteam heeft vaak een (eind)resultaat in gedachten dat de hele organisatie raakt. Dit is ook nodig, het zorgt voor verbondenheid. Het streven naar een helder en gemeenschappelijk doel geeft veel mensen richting en zorgt voor solidariteit. Wat meestal niet in een verzoek naar voren komt is dat er ook nog een individuele leerwens kan spelen. Wanneer je deelnemers in staat stelt om ook een persoonlijk leerdoel te koppelen aan het traject, kan dat de bijvangst enorm vergroten. Je zorgt voor een nog hogere betrokkenheid bij de deelnemers en creëert een professionele leercultuur: we leren met en van elkaar. Als managementteam zou je hier het voorbeeld moeten geven en je kwetsbaar moeten opstellen. Ook daar valt altijd nog iets te leren.
Spanningsveld
Tijdens het ontwerpen van een traject houd ik er altijd rekening mee dat het in de praktijk toch anders kan uitpakken dan ik had verwacht. Er zijn verschillende factoren die het traject op spanning kunnen zetten. Tijd staat daarbij op nummer één. Vaak is er een gebrek aan tijd en moet er snel resultaat bereikt worden, terwijl er eigenlijk juist ruimte nodig is om te experimenten. In dat geval zet ik in op bewustwording, een spiegel voorhouden en het begin van een beweging creëren die na het traject voortgezet kan worden. Het gebeurt ook wel eens dat onderliggende emoties bovenkomen (dit is niet voor niets) en dat de focus van het traject verlegd moet worden. Dit kan erg confronterend zijn, maar het is ook goed dat het gebeurt. Je hebt spanning soms nodig om vonkjes te ontsteken, iets in gang te zetten. Het is raadzaam om het managementteam erop voor te bereiden dat er soms (gedwongen) keuzes gemaakt moeten worden.
Hoe mijn eigen voorkeuren het ontwerpproces beïnvloeden
Toen ik zelf leerkracht was heb ik eens een interne tweedaagse training meegemaakt. Ik kan me niet meer alles herinneren van wat we toen gedaan hebben, maar een ding is mij goed bijgebleven. Een van de leden van het managementteam had een heel persoonlijk verhaal verteld over toewijding. Hij gebruikte hierbij een voorbeeld uit de kunstwereld. Een kunstenaar had een hele vloer bedekt met miljoenen zonnebloemzaadjes. Het zag er prachtig uit! Inzoomend op enkele zonnebloemzaadjes vertelde hij tot mijn verbazing dat ze niet echt waren. Stuk voor stuk waren ze met de hand geschilderd. Wat een werk. Sinds die dag staan zonnebloemzaadjes voor mij nog altijd voor commitment en groei, het geeft mij veel inspiratie. Het heeft mij doen beseffen dat beelden, verhalen en metaforen heel krachtig zijn.
Een ander moment wat mij mede gevormd heeft is tijdens een tiendaags traject met onderwijsprofessionals van andere scholen. Ik kan haast wel zeggen dat ik tijdens dit traject meer geleerd hebt dan tijdens de hele PABO. Dit heeft met twee dingen te maken denk ik. De locatie was niet op de werkplek, maar in een mooie bosrijke omgeving. Dit zorgde ervoor dat je echt even uit je werk kon stappen en van een afstandje kon reflecteren. Het leren en werken werd steeds met elkaar verbonden. Tijdens bijeenkomsten konden we eigen casussen aandragen en werkten we aan persoonlijke leerdoelen. En op de werkplek konden we direct het geleerde toepassen. Naast de locatie van het traject, had ook de vorm waarvoor gekozen was een grote invloed. Er was veel ruimte ingebouwd om gesprekken met elkaar te voeren. Ik heb het meeste geleerd van de dialogen die we voerden, de vragen die we stelden en de adviezen die we elkaar gaven. We zaten ieder in ons eigen proces maar leerden ook van het proces van de ander. Iedere deelnemer van het traject vond deze sociaal-constructivistische inslag zeer waardevol.
Het leren ‘aanzetten’
Naast je eigen ervaringen, heeft de omgeving ook invloed op het leerrendement. Voor mij een reden om deze ook bij het proces te betrekken. Zo leg ik de ontwerpen die ik maak, (waar het kan) eerst voor aan collega’s. Een frisse blik, misschien wat kritische vragen en het samen sparren, zorgen ervoor dat ik het ontwerp nog verder kan aanscherpen. Het is goed je te beseffen dat je als ontwerper altijd jouw visie op leren meeneemt in het ontwerp. Het bevat jouw overtuiging over hoe je mensen in beweging krijgt. Wat mij betreft gaat dit ook in co-creatie met de opdrachtgever en de deelnemers van het traject. Want iedereen heeft zo zijn eigen voorkeuren en overtuigingen. Door dit met elkaar te delen, sta je altijd open voor nieuwe inzichten en staat het leren ‘aan’.
Comments