‘We moeten weer leren om ongelukkig te zijn; de kunst van het leven is het ongelukkig zijn.’ Hoogleraar Psychiatrie Dirk de Wachter is er duidelijk over: we moeten weer kwetsbaar durven zijn, want daar krijg je verbondenheid met anderen voor terug. Rinke Huisman worstelt met de rol van social media in haar leven, en hoe daar iedereen altijd een gaaf leven lijkt te hebben, terwijl niet altijd alles van een leien dakje gaat, bij niemand. Is het niet beter om af en toe de stilte op te zoeken? Lees deze longread van Rinke.
Facebook is bij uitstek een medium waarop de berichtgeving voornamelijk positief van aard is. Iedereen wil laten zien wat voor leuks hij of zij gedaan heeft, hoe leuk de vakantie was of hoe succesvol hij of zij wel niet is op het werk. Dat we ook wel eens donkere dagen hebben, dat hoeft niemand te weten. Dit schept een onrealistisch beeld van de werkelijkheid. Met elkaar houden we zo de standaard hoog. Het streven naar geluk en succes is een doel op zich geworden.
De kunst van het leven is ongelukkig zijn
Toen ik een aflevering keek van het al eerder genoemde Sophie in de mentale kreukels ging het onder andere over deze drang naar ‘prestatie’. Sophie spreekt met hoogleraar Psychiatrie Dirk de Wachter en hij komt met onverwacht advies: ‘We moeten weer leren om ongelukkig te zijn; de kunst van het leven is het ongelukkig zijn.’ De Wachter bevestigt mijn beeld van de werking van sociale media en stelt: de Westerse mens is geobsedeerd met “leukigheid”. De oplossing ligt voor hem in het kwetsbaar zijn en ongeluk zijn plaats laten hebben. Volgens De Wachter verdwijnen hiermee het individualistische karakter, en de verbondenheid met anderen krijg je ervoor terug. Liefde en vriendschap verschijnen in het kwetsbaar kunnen zijn, aldus De Wachter.
Sophie ontmoet ook psychiater Bram Bakker en hij sprak zijn zorgen uit: ‘Ouders moeten verantwoordelijkheid gaan nemen naar hun kinderen; ze moeten voorbeeldgedrag laten zien. We zitten kinderen enorm te pleasen en we raken in de stress als een kind roept: ik verveel me. Terwijl verveling toch heel leerzaam is.’
Pleidooi voor verveling
Filosofe Joke Hermsen schreef eerder al in diverse artikelen en haar boek ‘Stil de tijd, pleidooi voor een langzame toekomst’ een pleidooi voor verveling. Dit leidt vaak tot de meest creatieve ideeën. Bram Bakker is bang dat de jonge generatie die continu op de telefoon zit later eerder te maken krijgt met bijvoorbeeld dementie, maar hij kan dit (nu) niet bewijzen. Hij komt met een extreme oplossing: ban wifi uit je huis. Als je e-mails moet versturen, ga je naar het koffietentje om de hoek. Dan heb je thuis rust. Met al die apparaten zijn we er niet gelukkiger op geworden, stelt hij. We hebben behoefte aan contact, gewoon samen zijn. Zo zijn we ontworpen, als sociale wezens. Hoewel ik van zijn opmerkingen schrik, weet ik dat hij gelijk heeft. Ik ben er zelf ook debet aan. Ik wil continu bereikbaar zijn, snel reageren op mijn e-mails en merk dat ik gefrustreerd raak als anderen dat niet doen. Ik kan wel tien keer per uur op mijn mobiel kijken, als het niet meer is. Alleen tijdens een vakantie ervaar ik hoe het tijdperk zonder smartphones was en dan nog speel ik vaak een beetje vals.
Een laatste fragment uit ‘Sophie in de mentale kreukels’ dat ik er nog even uit wil lichten is met de Belgische socioloog en arbeidsdeskundige Jan Denys. We leven in een wereld die heel snel en lawaaierig is. Denys geeft tips die ook passen in het straatje van Joke Hermsen: zoek elke dag een beetje stilte en traagheid op. Dit kan in een yogales of meditatie, maar ook gewoon door elke dag een wandeling te maken, of eens een kerk binnen te stappen. Dit deed mij denken aan een Duits onderzoek naar de invloed van verkeerslawaai op kinderen, dat onlangs verscheen. Hieruit bleek dat 5-jarigen die in een omgeving met veel verkeersgeluid wonen tot drie maanden achterlopen in hun ontwikkeling. Het gaat daarbij onder meer om hun motoriek en het niveau van taal en rekenen. Het RIVM heeft nu besloten om een groot onderzoek naar de invloed van verkeerslawaai onder Nederlandse kinderen te houden, vanaf de zwangerschap tot ze volwassen zijn. Nou denk ik niet dat we allemaal massaal in retraite moeten, maar af en toe de stilte en de traagheid opzoeken, is misschien zo gek nog niet?
Prestatiepijn
Met mijn onderwijsachtergrond ben ik benieuwd wat voor weerslag de huidige maatschappij heeft op onze kinderen. Van jongs af aan geven we hen de boodschap mee: presteren is heel belangrijk. Is het niet beter om de prestatiecultuur aan te pakken? Dit vragen Alderik Visser en Fransiscus Ismaël Kusters zich ook af in hun boek Prestatiepijn. Hoewel de term voor zich spreekt nog even de definities zoals deze in het boek geformuleerd worden:
De moeite die men doet voor het leveren van bijzondere verrichtingen;
Geestelijk en/of lichamelijk leed, veroorzaakt door (te) veel verplichtingen aan te gaan dan wel te veel (buitengewone) verrichtingen te (willen, moeten) leveren; leed dat wordt veroorzaakt doordat men het idee heeft aangegane verplichtingen niet na te kunnen komen dan wel de gevraagde (buitengewone) verrichten niet te kunnen leveren.
Het boek is nog maar net verschenen, maar ik wist dat ik het wilde lezen, omdat het precies aansluit bij alle hersenspinsels die nu samenkomen in mijn hoofd. Ik heb het nog niet uit, maar durf het nu al aan te raden.
Trends in het onderwijs
De moderne samenleving brengt ook nieuwe trends met zich mee in het onderwijs: mindfullness op de basisschool. Kinderen worden hier getraind om weer te focussen en de rust in zichzelf te vinden. Het is onder andere ingezet om onderpresteren tegen te gaan. Een van de oorzaken van dit onderpresteren is de druk die kinderen voelen om te presteren: je moet het goed doen. Ouders willen graag dat hun kind een goed advies krijgt. De selectieprocedures bij vervolgscholen en -opleidingen en de toetscultuur die er heerst houden dit natuurlijk ook in stand.
Gelukskunde
Ik vraag mij af hoe al deze wijsheden over prestatiepijn en ongelukkig kunnen zijn, zich verhouden met bijvoorbeeld de lessen Gelukskunde waar ik altijd zo gecharmeerd van ben. Ik ging in gesprek met Theo Wismans, docent Gelukskunde aan Beroepscollege Parkstad Limburg. Tijdens de lessen gelukskunde mag het ongeluk er zijn en maken de leerlingen dit zichtbaar in een creatieve opdracht. Wat opvalt is dat de leerlingen bijna altijd naar een opening zoeken om op weg te gaan naar geluk; “sprankels van hoop” noemt Theo dat. De omgeving Parkstad Limburg is voor een groot gedeelte een achterstandsgebied. Theo ziet veel ongeluk bij de kinderen, veroorzaakt door bijvoorbeeld echtscheidingen of werkloosheid. Aan het verdriet kan veelal niet veel gedaan worden, maar de lessen gelukskunde bieden wel een mogelijkheid dit samen te ondergaan en naar de lichtpuntjes te kijken.
Conclusie
Mijn voorlopige conclusie: geluk en ongeluk kunnen en mogen naast elkaar bestaan.
Mijn advies: laat niet alles afhangen van toetsen, stel je kwetsbaar op, durf fouten te maken, creëer een leercultuur (en geen prestatiecultuur), stop veel aandacht in het bouwen van relaties, maak er een gewoonte van af en toe offline te zijn en streef naar geluk, maar laat het ongeluk er ook zijn.
De ironie wil dat ik een tijdje geleden een ‘blikje geluk’ had gekocht met daarin een klaviertje vier. Het plantje is nooit opgekomen. Nou en?!
Dit artikel is verschenen op www.hetkind.org (nu het Nivoz) op 16 mei 2017
Comments